In de dolle dagen van een kabinet met de LPF kwam Herman Heinsbroek, vers benoemd als minister van Economische Zaken, met de eigen Rolls Royce voorrijden op het Binnenhof. Daar gingen destijds links en rechts de wenkbrauwen al van omhoog (later van nog veel meer, maar dat terzijde).
Heinsbroek had zijn fortuin gemaakt in de muziekindustrie, een sector waarin flamboyante persoonlijkheden geen zeldzaam verschijnsel waren. De Rolls Royce was dus wel uit te leggen als reflectie van wie hij was. Nu ik als The Hubler zelf meelift achterin de corporate limo’s van CEO’s en andere topbestuurders, is het leuk en interessant te zien hoe mens en auto matchen met elkaar.
Het lijkt voor de hand liggend om te denken dat topbestuurders ‘natuurlijk’ altijd voor de meest luxe Mercedes, BMW of Audi kiezen, al dan niet als verlengde versie. Het zijn deze merken die de prestige en statuur weerspiegelen die aan leiderschap op het hoogste niveau vast zit.
Maar zelfs binnen die merken zijn er subtiele verschillen die met de persoonlijkheid van de man of vrouw op de achterbank te maken hebben. Menig Nederlands bestuurder waakt ervoor niet te protserig te willen zijn en dan Mercedes heeft dan toch altijd wel die ingetogen chique die daarbij past. BMW is in die zin weer de keuze van een net dat tikje jonger en ‘flashier’ persoonlijkheid.
En iemand als de Koning himself zou de verlengde Audi zomaar gekozen kunnen hebben om een iets sportiever persoonlijkheid te laten zien, zonder dat de burger direct denkt: “Hallo, je rijdt daar wel van mijn geld, he”.
Met de toename van vrij jonge entrepreneurs en miljonairs is in de VS al een tijdje een andere beweging op gang gekomen. Die houden zich niet in en gaan voor auto’s die tegemoet komen aan criteria als snel, luid, toeters en bellen, bling en exclusiviteit. Het equivalent van de PC Hooft tractors in de Nederlandse setting, zogezegd, maar ook de dikke Porsche of ‘nette’ Ferrari wordt niet geschuwd.
En meestal zit deze nieuwe generatie power-CEO’s niet achterin.
Foto: RemetzCar